HILVERSUM - Twee jongeren uit Amsterdam (15 en 18 jaar) gedroegen zich dinsdag 22 juni dusdanig in een trein dat beiden werden aangehouden en overgebracht naar een politiebureau.

Omstreeks 13.25 uur die dag verzocht de NS ondersteuning van de politie omdat twee jongeren zich ernstig misdroegen in een treincoupé van een trein die vanuit Amsterdam onderweg was naar Amersfoort. Het duo reisde 1e klas, zonder geldig plaatsbewijs en rookte in de trein. Toen zij daarop door de treinconducteur (57) werden aangesproken, kreeg hij de volle laag. De conducteur werd belaagd en uitgescholden voor alles wat los en vast zat. Daarop verzocht de NS ondersteuning van de politie. Het duo richtte ondertussen diverse vernielingen aan in de coupe waarbij onder andere een raam sneuvelde. Toen agenten bij het station Hilversum arriveerden, kon het tweetal worden aangehouden. Een van de twee jongeren (18 jaar) uit Amsterdam verzette zich hevig bij zijn aanhouding.

Het duo werd ingesloten en later die dag na verhoor in vrijheid gesteld. Zij moeten zich op een later moment voor de rechter verantwoorden.

Geweld tegen politie en hulpverleners
De politie vindt agressie en geweld tegen haar medewerkers en anderen die in het publieke domein opereren onacceptabel. Politieagenten, maar ook medewerkers van publieke diensten, zoals conducteurs hebben een verantwoordelijke rol in de samenleving en moeten zonder te worden gehinderd hun werk kunnen doen. Met wederzijds respect. Agressie of geweld, in welke vorm dan ook, tegen medewerkers wordt niet getolereerd. Dit geldt voor iedereen die bij de politie werkt: agenten, rechercheurs, medewerkers van de meldkamer, baliemedewerkers en medewerkers van ondersteunende afdelingen, maar zeker ook voor handhavers in het publieke domein. Behalve politiemedewerkers krijgen ook andere medewerkers met een publieke taak te maken met agressie en geweld, zoals ambulance- en brandweerpersoneel, tramconducteurs, buschauffeurs, onderwijzers of belastinginspecteurs. Politie en justitie hanteren hier dezelfde aanpak: aangiftes worden altijd opgenomen, daders worden met prioriteit door het Openbaar Ministerie voor de rechter gebracht, en tegen de daders wordt een driemaal zo hoge straf geëist.